Je hebt geen bordspellen nodig om deze spellen zoals bingo, ganzenbord of twister te spelen, want voor deze gezelschapspellen speel je in levende lijve!
Levend bingo
Nodig
- Bingokaart, bijvoorbeeld op een stuk karton
- Kleine voorwerpen om op de kaart te leggen
Speluitleg
Iedere groep heeft een mega bingokaart met daarop getallen tussen de 0 en de 75. Deze kun je bijvoorbeeld maken van een groot stuk karton. De spelleider gaat nu getallen noemen, met daarbij een voorwerp. Bijvoorbeeld ’12, lepel’. Als de groep dit nummer op hun kaart heeft, moet een van de spelers nu als een gek een lepel gaan halen en die op nummer 12 van hun kaart leggen.
Natuurlijk is het grappig om heel vreemde voorwerpen op te noemen. De groep die als eerste de bovenste lijn, de onderste lijn of alle nummers op de kaart vol heeft, heeft gewonnen. Een valse bingo betekent natuurlijk een liedje zingen.
Levend boter, kaas en eieren
Nodig
- Speelveld met 9 hokjes met krijt
- Kleurmarkeringen voor de groepen (petjes, sjaaltjes, t-shirts)
Speluitleg
De spelers vormen 2 groepen. De kruisjes en de rondjes. Met verschillende kleuren petjes of sjaaltjes kun je de groepen van elkaar onderscheiden. De spelregels zijn hetzelfde als voor boter, kaas en eieren. Om beurten gaat een van de spelers van elke ploeg in een vakje staan. De ploeg die 3 van zijn spelers op een rij heeft (horizontaal, verticaal of diagonaal), scoort een punt.
Twister
Nodig
- Stoepkrijt
Speluitleg
Pak je stoepkrijt erbij en teken een rij rode, een rij groene, een rij blauwe en een rij gele cirkels en kleur deze in. Maak telkens rijen van zes rondjes. En dan… roepen maar: linkervoet op groen! Rechterhand op rood!
Levend ganzenbord
Levend Ganzenbord is de levende versie van het bordspel ganzenborden, waarbij je om de beurt met de dobbelsteen gooit en moet proberen om je pion als eerste bij het eindpunt te krijgen, maar nu zijn de spelers zélf de pion. Er zijn erg veel variaties op dit spel, zodat er voor alle leeftijden en groepsgroottes wel een leuke versie te verzinnen is.
Speluitleg
Maak van tevoren het speelbord en verzin – net als bij het echte ganzenbord – bij een aantal nummers een spelletje, en bij een aantal andere nummers de opdracht om een aantal plaatsen vooruit of juist achteruit te gaan. De spelletjes kun je bijvoorbeeld zodanig spelen dat mensen die op een spelletjesvakje komen, andere kinderen uit mogen dagen om het spelletje tegen hen te spelen. Wie wint, mag bijvoorbeeld 6 plaatsen vooruit, en wie verliest moet er 3 achteruit (of zo).